Baklava

Nodig:
Voor de siroop:
300 ml water
500 gr fijne suiker
sap van een halve citroen
1 eetlepel rozenwater (bij de marokkaanse winkel)
1 eetlepel oranjebloesemwater

Voor het gebak:
175 gr pistaches, in grove stukjes
150 gr pecannoten, in grove stukjes (of andere notenmengeling)
125 gr ongezouten boter, gesmolten
400 gr filodeeg (diepvries, ontdooid)

Bereiding:
Maak eerst de siroop: breng het water, citroensap en de suiker aan de kook op een middellaag vuur. Hou 5 minuten tegen het kookpunt aan. Voeg het rozen- en oranjebloesemwater en haal van het vuur. Giet over in een kan en laat afkoelen, zet het daarna in de koelkast.
Bestrijk een vierkante bakvorm van 23x23 cm en 4 cm hoog met een beetje gesmolten boter.
Bestrijk een vel filodeeg met een weinig gesmolten boter en leg dit in de vorm. Doe dit met de helft van het pakje filodeeg. Zorg dat de vellen elkaar om en om overlappen. Verspreid nu de noten over het deeg.
Verwarm nu de oven op 180°C.
Bestrijk weer een vel filodeeg met een weinig gesmolten boter en leg dit op de noten. Doe zo verder tot alle vellen filodeeg op zijn. Bestrijk de bovenkant van het laatste vel ook nog met boter. Snijd de overhangende stukken deeg van de rand af. Snijd dan de koek in ruiten van ong. 4 à 5 cm.
Bak gedurende 30 minuten in de oven. Haal uit de oven en schenk de helft van de koude siroop over de baklava. Wacht een paar minuten en schenk dan de rest van de siroop op de baklava.